L

Leefgroepen

Wij noemen onze klassen leefgroepen. Kinderen en begeleider werken, leren en leven er samen in nesten.

Leefgroepouder(s)

Elk schooljaar, op het eerste leefgroepoverleg, wordt een oproep gedaan naar één of twee leefgroepouders. Die leefgroepouder vormt een brug tussen de begeleider en de andere ouders. De leefgroepouder helpt de werking van de leefgroep te ondersteunen. De invulling hiervan is afhankelijk van de noden per leefgroep en gebeurt steeds in overleg.

Alle leefgroepouders komen vijf keer per jaar samen in een ouderoverleg (zie Ouderoverleg). Ook de coördinator is hierbij aanwezig. Het ouderoverleg is een denktank waarbij leefgroepoverschrijdende punten worden besproken en uitgewerkt.

Leefgroepoverleg

Enkele avonden per schooljaar komen de ouders en de begeleider van één leefgroep samen om informatie uit te wisselen over de klaswerking. Op die manier leren we elkaar beter kennen. Bij de uitnodiging van elke leefgroepoverleg krijg je als ouder steeds de kans een punt op de agenda te plaatsen. Of je spreekt de begeleider of leefgroepouder hier vooraf over aan.

We vinden het belangrijk dat ouders aanwezig zijn op een leefgroepoverleg. Er wordt telkens een verslag opgemaakt en verstuurd per mail.

Levend rekenen

Naast de meer klassieke rekeninstructies, lossen we ook aan de hand van dagdagelijkse situaties rekenproblemen op.. Hoeveel hebben we nodig om dit receptje te maken? Hoe groot zijn wij? Hoe groot is onze schoenmaat? Kaartlezen, vergelijken en sorteren, lengtes en afstanden bepalen, … proberen we op te lossen aan de hand van een écht rekenonderzoek. Dit kan individueel of klassikaal.